Statuten Vereniging
Italiaanse Staande Jachthonden
Artikel 1 Naam,
vestigingsplaats en duur
1. De vereniging draagt de naam: "Vereniging Italiaanse Staande
Jachthonden". en wordt in deze statuten aangeduid als: "de vereniging".
2. Zij is gevestigd te Hoogland.
3. De vereniging is voor onbepaalde tijd aangegaan. Zij is opgericht
op 1 mei tweeduizendtien
Artikel 2 Doel, middelen en definities
1. De vereniging heeft ten doel: a. de instandhouding en verbetering
van de hondenrassen Bracco Italiano en Spinone Italiano; b. de bevordering
van de gezondheid en het welzijn van de tot deze rassen behorende
honden in het algemeen en het voorkomen en bestrijden van erfelijke
gebreken binnen deze rassen in het bijzonder; c. het bevorderen
van het contact tussen fokkers en liefhebbers van Bracchi Italiani
en Spinoni Italiani.
2. Zij tracht dit doel te bereiken door: a. het houden van vergaderingen
en het organiseren van lezingen en cursussen; b. het organiseren
van cursussen, examens en wedstrijden op het gebied van het werken
met honden; c. het organiseren van exposities; d. het geven van
voorlichting over de aankoop, het houden, fokken en opvoeden van
Bracchi & Spinoni Italiani; e. het opstellen van plannen ter bestrijding
van erfelijke gebreken binnen het ras en het treffen van maatregelen
ter uitvoering van die plannen; f. het bijhouden van een register
van raszuivere Bracchi & Spinoni Italiani; g. het registreren van
uitslagen van onderzoeken van tot de beide rassen behorende honden
betreffende de aanwezigheid van erfelijk bepaalde afwijkingen alsmede
van de mogelijkheid van het doorgeven van de aanleg daarvoor aan
nakomelingen, een en ander met het doel, ten behoeve van een verantwoorde
fokkerij gegevens uit deze registratie aan derden te verstrekken
en te publiceren; h. het in het leven roepen en onderhouden van
een ledenwebsite; i. het deelnemen aan het overleg binnen de georganiseerde
kynologie; j. al hetgeen verder aan het doel dienstbaar kan zijn,
een en ander voor zover daarbij niet wordt gehandeld in · strijd
met de statuten, reglementen en wettige besluiten van de Raad van
Beheer op Kynologisch gebied in Nederland.
Definities
Fokker: Ieder persoon die ten tijde van de worp, eigenaar van de
moederhond is. Eigenaar van de hond: Ieder persoon die in het NHSB
of, indien de hond (nog) niet daarin is opgenomen, is geregistreerd
in een door de FCI erkende buitenlandse stamboekhouding.
Artikel 3 Verhouding tot de vereniging Raad van Beheer
1. De vereniging ontleent haar rechten aan de statuten, huishoudelijk
reglement en overige reglementen van de Raad van Beheer en verplicht
zich zonder voorbehoud tot naleving van die statuten, reglementen
en wettig genomen besluiten van de Raad van Beheer.
2. De vereniging aanvaardt zonder voorbehoud de rechtsmacht van
de Geschillencommissie voor de Kynologie en het Tuchtcollege voor
de Kynologie, zoals weergegeven in de statuten en het huishoudelijk
reglement van de Raad van Beheer. 3. De leden van de vereniging
zijn jegens de vereniging tot hetzelfde gehouden als waartoe de
vereniging vanwege haar lidmaatschap jegens de Raad van Beheer zal
zijn gehouden op grond van de statuten en reglementen van de Raad
van Beheer en de door de organen van de Raad van Beheer wettig genomen
besluiten.
4. De vereniging is bevoegd tot het opleggen van de verplichtingen
aan de leden jegens de Raad van Beheer, waarbij al hetgeen waartoe
de vereniging jegens de Raad van Beheer is gehouden uit hoofde van
het bepaalde in de statuten en reglementen van de Raad van Beheer
ook geldt als verplichtingen die de leden van de vereniging rechtstreeks
jegens de Raad van Beheer hebben, alles met toepassing van het bepaalde
in artikel 46, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 4 Verenigingsjaar
Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.
Artikel 5 Leden
1. De leden van de vereniging worden onderscheiden in gewone leden
en buitengewone leden.
2. Gewone leden hebben alle rechten en plichten die de wet en deze
statuten aan leden toekennen onderscheidenlijk opleggen. Buitengewone
leden hebben deze rechten en plichten slechts voor zover deze statuten
niet anders bepalen.
Artikel 6 Gewone leden
1. De gewone leden van de vereniging worden onderscheiden in: a.
algemene leden; b. ereleden.
2. Algemene leden zijn de natuurlijke personen die de leeftijd van
achttien jaar hebben bereikt en als zodanig zijn toegelaten, samen
met hun gezin. We spreken van een gezinslidmaatschap, met slechts
1 stem in de Algemene Vergadering.
3. Ereleden zijn de natuurlijke personen die zich voor de vereniging
buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt en om die reden als zodanig
zijn benoemd.
Artikel 7 Buitengewone leden
Buitengewone leden zijn zij, die door het bestuur aangewezen als
belangrijk, in het kader van de kennis en kunde op het gebied van
de rastypische zaken, belangrijk voor de vereniging. Buitengewone
leden hebben geen stemrecht.
Artikel 8 Ereleden
1. Ereleden worden door de Algemene Vergadering op voorstel van
het bestuur of op schriftelijk voorstel van ten minste tien stemgerechtigde
leden benoemd met een meerderheid van ten minste twee/derde van
de uitgebrachte stemmen. Zij betalen geen contributie.
2. Indien een algemeen lid tot erelid wordt benoemd, houdt hij met
ingang van de dag volgende op de aanvaarding van zijn benoeming
op algemeen lid te zijn.
Artikel 9 Toelating van leden
1. Het bestuur beslist over de toelating van algemene leden, gezinsleden
en jeugdleden nadat zij zich als zodanig schriftelijk hebben aangemeld.
2. Zij aan wie door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu
quo na een januari tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie
bij onherroepelijke uitspraak een straf is opgelegd kunnen als lid
worden geweigerd.
3. Het bestuur kan het besluit omtrent de toelating ten hoogste
twee maanden aanhouden, indien de aanmelding voor het lidmaatschap
minder dan twee maanden voor het houden van een Algemene Vergadering
wordt ontvangen.
4. Indien de toelating door het bestuur wordt geweigerd, staat daartegen
binnen een maand na ontvangst van het bericht van weigering beroep
op de Algemene Vergadering open. De Algemene Vergadering kan ook
uit eigen beweging alsnog tot toelating besluiten.
Artikel 10 Aanvang van het lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van algemene leden, gezinsleden en jeugdleden
vangt, onverminderd het bepaalde in artikel 9, tweede lid en artikel
10, derde lid, aan met de dag volgende op hun toelating.
2. Het lidmaatschap van ereleden vangt aan met de dag volgende op
de aanvaarding van hun benoeming.
Artikel 11 Einde van het lidmaatschap
Het lidmaatschap eindigt: a. door de dood van het lid; b. door opzegging
door het lid; c. door opzegging door de vereniging; d. door ontzetting.
Artikel 12 Opzegging door het lid
1. Opzegging door het lid geschiedt schriftelijk aan het bestuur.
2. Het lidmaatschap eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel
31, lid 4, met ingang van de dag die daarvoor bij de opzegging wordt
vermeld, doch op zijn vroegst met ingang van de dag volgende op
die, waarop de schriftelijke opzegging wordt ontvangen. Indien bij
de opzegging geen tijdstip wordt vermeld, eindigt het lidmaatschap
aan het einde van het verenigingsjaar waarin de opzegging plaatsvindt.
3. Indien het lidmaatschap niet is opgezegd voor 1 december van
enig jaar is de contributie voor het volgend jaar te voldoen en
wordt de opzegging beschouwd als voor het daarop volgend jaar.
Artikel 13 Opzegging door de vereniging
1. Opzegging door de vereniging is slechts mogelijk indien: a. het
lid zijn verplichtingen tegenover de vereniging niet nakomt; b.
aan het lid door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo
na een januari tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie bij
onherroepelijke uitspraak een straf van diskwalificatie van zijn
persoon is opgelegd; c. om een andere reden van de vereniging redelijkerwijs
niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
2. De opzegging geschiedt door het bestuur.
3. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder a., wordt niet
tot opzegging overgegaan dan nadat het lid schriftelijk op zijn
verzuim is gewezen en hij gedurende een maand in de gelegenheid
is gesteld om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Het beroepsrecht
als genoemd in het vijfde lid is niet van toepassing wanneer het
gaat om het niet tijdig voldoen van de contributie.
4. Het lid wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk en met opgave
van redenen van het besluit tot opzegging in kennis gesteld. Daarbij
wordt mededeling gedaan van de op grond van het vijfde lid bestaande
beroepsmogelijkheid.
5. Tegen het besluit tot opzegging staat binnen een maand na ontvangst
van de in het vorige lid bedoelde mededeling beroep op de Algemene
Vergadering open. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep
is het lid geschorst in de uitoefening van alle aan het lidmaatschap
verbonden rechten en in de uitoefening van een eventueel door het
lid beklede bestuursfunctie. Het geschorste lid heeft echter wel
toegang tot de Algemene Vergadering waarin het beroep wordt behandeld,
is bevoegd om bij de behandeling van het beroep aanwezig te zijn
en daarover het woord te voeren, doch heeft geen stemrecht.
6. Het lidmaatschap eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel
31, lid 4, met ingang van de dag volgende op het verstrijken van
de beroepstermijn of, indien beroep wordt ingesteld, onmiddellijk
na het besluit tot verwerping van het beroep indien het lid aanwezig
is in de vergadering waarin dit besluit wordt genomen, en anders
met ingang van de dag volgende op die, waarop een schriftelijke
mededeling van het besluit tot verwerping van het beroep is ontvangen.
7. Een schorsing eindigt tegelijk met het lidmaatschap of, indien
de Algemene Vergadering het beroep gegrond verklaart, tegelijk met
het besluit van de Algemene Vergadering.
Artikel 14 Ontzetting
1. Ontzetting is slechts mogelijk indien: a. het lid handelt in
strijd met de statuten, reglementen of daarop gebaseerde besluiten
van de vereniging; b. het lid de vereniging op onredelijke wijze
benadeelt.
2. De ontzetting geschiedt door het bestuur.
3. Artikel 13, vierde tot en met zevende lid, is van overeenkomstige
toepassing. Artikel 15 Overige sancties
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 13, vijfde lid en artikel
14, derde lid kan een lid door het bestuur voor de duur van maximaal
een jaar worden geschorst indien het lid heeft gehandeld in strijd
met de statuten, reglementen of daarop gebaseerde besluiten van
de vereniging dan wel de vereniging op onredelijke wijze heeft benadeeld.
2. Artikel 13, lid 5 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16 Organen
De vereniging kent: a. een bestuur; b. een Algemene Vergadering;
c. een kascommissie;
Artikel 17 Samenstelling bestuur
1. De Algemene Vergadering besluit, of het bestuur uit drie of uit
vijf leden zal bestaan. De bestuursleden worden door de Algemene
Vergadering uit de algemene leden en de ereleden benoemd. De Algemene
Vergadering kan echter bepalen, dat de voorzitter buiten de leden
kan worden benoemd.
2. Degene aan wie door de Raad van Discipline voor de Kynologie
casu quo na een januari tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie
de straf van diskwalificatie van zijn persoon is opgelegd, is gedurende
de duur van deze diskwalificatie niet tot lid van het bestuur benoembaar.
De Algemene Vergadering kan echter bepalen, dat leden, die door
voornoemd college zijn veroordeeld waarbij een andere straf is opgelegd
dan diskwalificatie van zijn persoon, niet benoembaar zijn tot lid
van het bestuur. Daarbij dient te worden aangegeven in welke gevallen,
in casu bij welke opgelegde straffen alsmede welke verjaringstermijnen
daarop van toepassing zijn, betrokkenen niet als bestuurslid kunnen
worden benoemd.
3. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester kunnen als
zodanig in functie worden benoemd.
Artikel 18 Voordrachten
1. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer niet
bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in het zesde lid.
2. Iedere voordracht heeft betrekking op de functie van en vermeldt
de naam van degene, door wiens aftreden de vacature wordt veroorzaakt.
Onderhandse wisseling van portefeuilles op basis van persoonlijke
kwaliteiten is mogelijk. Iedere voordracht vermeldt voorts de naam
van ten minste een kandidaat.
3. Tot het opmaken van een voordracht zijn zowel het bestuur als
tien stemgerechtigde leden bevoegd.
4. Een voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de
vergadering medegedeeld. Een voordracht van tien of meer stemgerechtigde
leden moet ten minste zes weken voor de vergadering schriftelijk
bij het bestuur worden ingediend. 5. Is er voor een bepaalde vacature
meer dan een voordracht, dan geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
6. Is er voor een bepaalde vacature geen voordracht opgemaakt, dan
is de Algemene Vergadering voor de vervulling van die vacature vrij
in haar keus.
Artikel 19 Einde bestuurslidmaatschap
1. Het bestuurslidmaatschap eindigt: a. door het eindigen van het
lidmaatschap van de vereniging; b. door periodieke aftreding; c.
door bedanken; d. door ontslag; e. door oplegging van een straf
door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo na een januari
tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie.
2. Het bestuurslidmaatschap eindigt in het geval, bedoeld in het
eerste lid onder b., aan het einde van de in artikel 22, eerste
lid, bedoelde Algemene Vergadering. In het geval, bedoeld in het
eerste lid onder c., eindigt het bestuurslidmaatschap op het door
het bedankende bestuurslid genoemde tijdstip. In alle overige gevallen
eindigt het met onmiddellijke ingang.
Artikel 20 Periodieke aftreding
1. ledere 2 jaar treden op de jaarlijkse Algemene Vergadering twee
of drie bestuursleden af volgens een door het bestuur op te maken
en zo nodig te wijzigen rooster.
2. Dit rooster wordt zodanig opgemaakt, dat: a. ieder bestuurslid
uiterlijk 6 jaar na zijn benoeming aftreedt, waarbij onder een jaar
wordt verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse Algemene
Vergaderingen; b. de voorzitter, de secretaris en de penningmeester
zo mogelijk in verschillende jaren, maar in ieder geval nimmer alle
drie gelijktijdig aftreden; c. zij die in een tussentijdse vacature
zijn benoemd, zo mogelijk op het rooster de plaats van hun voorganger
innemen.
3. Volgens rooster aftredende bestuursleden kunnen terstond worden
herbenoemd.
Artikel 21 Schorsing en ontslag
1. Elk bestuurslid kan te allen tijde door de Algemene Vergadering
worden ontslagen of geschorst.
2. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door
een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
Artikel 22 Vervulling tussentijdse vacatures
1. Indien in het bestuur een of meer vacatures zijn ontstaan, blijft
het bestuur bevoegd.
2. Het bestuur is verplicht, de vervulling van de open plaats of
de open plaatsen voor de eerstvolgende Algemene Vergadering te agenderen.
Zodra echter het aantal zitting hebbende bestuursleden minder bedraagt
dan het aantal vacatures, is het bestuur verplicht zo spoedig mogelijk
een Algemene Vergadering ter voorziening in die vacatures te beleggen.
Artikel 23 Bestuursfuncties
1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris
en een penningmeester aan, voorziet in de vervanging van de voorzitter,
de secretaris en de penningmeester in geval van verhindering of
ontstentenis en verdeelt ook overigens de werkzaamheden over zijn
leden.
2. De functies van voorzitter, secretaris en penningmeester zijn
onverenigbaar.
3. Op vervanging in geval van verhindering of ontstentenis is het
bepaalde in het tweede lid niet van toepassing.
Artikel 24 Bestuurstaak en -bevoegdheden; verantwoordelijkheid
van bestuurders
1. Behoudens de beperkingen van de statuten is het bestuur belast
met het besturen van de vereniging. Het richt zich daarbij naar
de aanwijzingen betreffende de algemene lijnen van het te volgen
beleid, zoals die door de Algemene Vergadering in de begroting of
op andere vvijze worden gegeven.
2. Het bestuur is, mits met voorafgaande goedkeuring van de Algemene
Vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot verkrijging,
vervreemding en bezwaren van registergoederen.
3. leder lid van het bestuur is tegenover de vereniging gehouden
tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien
het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of
meer bestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk
terzake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten
en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om
de gevolgen daarvan af te wenden.
Artikel 25 Besluitvorming bestuur
1. Alle besluiten worden door het bestuur genomen met volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen
geeft de stem van de voorzitter de doorslag, tenzij het bestuur
besluit de zaak tot de volgende vergadering aan te houden.
2. Om te kunnen besluiten moet ten minste de helft van het aantal
bestuursleden, eventuele vacatures niet meegerekend, aanwezig zijn,
tenzij het zaken betreft die geen uitstel gedogen.
3. In afwijking van hetgeen de wet daarover bepaalt, is het oordeel
van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming en de inhoud
van een genomen besluit niet beslissend.
Artikel 26 Mandatering en delegatie van bestuurstaken en -bevoegdheden
1. Het bestuur kan de uitvoering onderscheidenlijk uitoefening van
bepaalde taken en bevoegdheden mandateren aan een of meer van zijn
leden. Het bestuur kan daarbij met betrekking tot deze uitvoering
en uitoefening richtlijnen en aanwijzingen geven. 2. Het bestuur
kan de uitvoering onderscheidenlijk uitoefening van bepaalde taken
en bevoegdheden delegeren aan een door het bestuur ingestelde commissie.
Het bestuur kan daarbij met betrekking tot deze uitvoering en uitoefening
richtlijnen geven.
3. De richtlijnen en aanwijzingen mogen niet in strijd zijn met
de wet, met deze statuten of met een reglement als bedoeld in artikel
44.
4. Bij mandatering aan een of meer bestuursleden wordt steeds in
de eerstvolgende bestuursvergadering verslag uitgebracht van hetgeen
is verricht. Artikel 27 Vertegenwoordiging 1. De bevoegdheid om
de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen, komt toe
aan: a. het bestuur; b. de voorzitter en de secretaris, gezamenlijk
handelend; c. de voorzitter en de penningmeester, gezamenlijk handelend;
d. de secretaris en de penningmeester, gezamenlijk handelend.
Artikel 28 Geldmiddelen
De inkomsten van de vereniging bestaan uit: a. contributies b. cursusgelden
c. inschrijf- en entreegelden voor evenementen d. schenkingen, legaten
en erfstellingen e. overige baten, zoals sponsoring door derden
Artikel 29 Contributie
1. De leden, met uitzondering van de ereleden, zijn aan de vereniging
een jaarlijkse contributie verschuldigd, waarvan het bedrag door
de Algemene Vergadering wordt vastgesteld.
2. Eenmaal vastgestelde bedragen blijven van kracht totdat zij door
de Algemene Vergadering worden gewijzigd. Een wijziging werkt ten
hoogste terug tot de aanvang van het verenigingsjaar waarin zij
wordt vastgesteld.
3. Wanneer het lidmaatschap van een lid in de loop van het verenigingsjaar
eindigt, blijft desondanks de contributie over het gehele jaar verschuldigd.
4. Het bestuur kan in bijzondere gevallen, al dan niet voor een
bepaalde termijn, gehele of gedeeltelijke vrijstelling van het betalen
van contributie verlenen.
Artikel 30 Begroting
1. Het bestuur legt jaarlijks aan de Algemene Vergadering een begroting
van inkomsten en uitgaven ter vaststelling voor op een zodanig tijdstip,
dat deze begroting behandeld kan worden vóór de aanvang van het
betreffende verenigingsjaar of uiterlijk op de in dat jaar te houden
jaarlijkse Algemene Vergadering.
2. De ontwerpbegroting wordt aan de stemgerechtigde leden ten minste
drie weken voor de Algemene Vergadering toegezonden, al dan niet
door publicatie in het clubblad.
3. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van verplichtingen
als daardoor de begrotingspost ten laste waarvan de betreffende
uitgaven moeten worden gebracht, met meer dan tien procent zou worden
overschreden of het totale financiële resultaat van het betreffende
verenigingsjaar daardoor ongunstiger zou worden dan in de begroting
werd voorzien.
4. Indien evenwel de begroting niet wordt vastgesteld vóór de aanvang
van het betreffende verenigingsjaar, dan is het bestuur gedurende
iedere maand die geheel of gedeeltelijk aan die vaststelling voorafgaat,
bevoegd tot het aangaan van verplichtingen tot ten hoogste een/twaalfde
gedeelte van de betreffende post van de ontwerpbegroting.
Artikel 31 Jaarverslag
1. Het bestuur brengt jaarlijks een jaarverslag uit over de gang
van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid in het afgelopen
verenigingsjaar. Dit verslag wordt uitgebracht op een zodanig tijdstip,
dat het behandeld kan worden op de eerste jaarlijkse Algemene Vergadering
na afloop van dat verenigingsjaar.
2. Het jaarverslag wordt door alle leden van het bestuur ondertekend.
Ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan
onder opgave van redenen melding gemaakt.
3. Artikel 32, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 32 Boekhouding
1. Het bestuur houdt van de vermogenstoestand van de vereniging
zodanige aantekeningen, dat daaruit te allen tijde haar rechten
en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. Het bestuur bewaart de in het eerste lid bedoelde bescheiden
gedurende tien jaren.
Artikel 33 Rekening en verantwoording
1. Het bestuur maakt jaarlijks een balans en een staat van de baten
en de lasten van de vereniging over het afgelopen verenigingsjaar
op en legt deze met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene
Vergadering over op een zodanig tijdstip, dat zij behandeld kunnen
worden op de eerste jaarlijkse Algemene Vergadering na afloop van
dat verenigingsjaar.
2. Artikel 32, tweede lid en artikel 33, tweede lid zijn van overeenkomstige
toepassing.
3. Goedkeuring van de balans en de staat van baten en lasten door
de Algemene Vergadering strekt het bestuur tot decharge voor al
hetgeen daaruit blijkt.
4. Artikel 34, tweede lid, is van toepassing.
Artikel 34 Kascommissie
1. De Algemene Vergadering benoemt jaarlijks uit de stemgerechtigde
leden een kascommissie van ten minste twee leden. Tegelijkertijd
worden zo mogelijk ten minste twee plaatsvervangende leden benoemd,
die de leden bij ontstentenis vervangen. De leden en de plaatsvervangende
leden mogen geen deel van het bestuur uitmaken. Aftredende leden
kunnen terstond worden herbenoemd, tenzij zij reeds vier jaar zitting
hebben.
2. De kascommissie onderzoekt de balans en de staat van baten en
lasten en brengt aan de Algemene Vergadering schriftelijk of mondeling
verslag van haar bevindingen uit.
3. Het bestuur stelt de kascommissie in staat, haar onderzoek tijdig
voor de jaarlijkse Algemene Vergadering te verrichten en is verplicht
de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde
inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden
te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging
te geven.
4. Indien het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis vereist,
dan kan de commissie zich op kosten van de vereniging door een deskundige
doen bijstaan.
5. De leden van de kascommissie kunnen te allen tijde door de Algemene
Vergadering worden ontslagen, maar slechts tegelijk met de benoeming
van andere leden.
Artikel 35 De Algemene Vergadering
1. Aan de Algemene Vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden
toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn
opgedragen.
2. Jaarlijks wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk
vier maanden na afloop van het voorafgaande verenigingsjaar, een
Algemene Vergadering gehouden. In deze jaarlijkse Algemene Vergadering
komen in ieder geval aan de orde: a. het jaarverslag, bedoeld in
artikel 33; b. de balans en de staat van baten en lasten, bedoeld
in artikel 35; c. het verslag van de kascommissie, bedoeld in artikel
36; d. de benoeming van een kascommissie voor het onderzoek van
de balans en de staat van baten en lasten over het lopende verenigingsjaar;
e. de begroting, bedoeld in artikel 32, tenzij deze al is vastgesteld;
f. de voorziening in bestuursvacatures.
3. De Algemene Vergadering kan de in het tweede lid genoemde termijn
verlengen van vier tot zes maanden.
4. Andere Algemene Vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het
bestuur dat wenselijk vindt of ten minste tien stemgerechtigde leden
dan wel, indien dat minder is, ten minste een tiende deel der stemgerechtigde
leden dat verzoeken. Bij het verzoek worden de te behandelen onderwerpen,
die op de agenda moeten worden vermeld, duidelijk aangegeven.
5. Schriftelijke voorstellen aan de Algemene Vergadering van ten
minste zoveel stemgerechtigde leden als in het vorige lid worden
bedoeld, worden op de agenda van de eerstvolgende Algemene Vergadering
vermeld indien zij ten minste zes weken vóór die Algemene Vergadering
bij het bestuur zijn ingediend. Zij worden met een preadvies van
het bestuur ten minste drie weken vóór de Algemene Vergadering aan
de leden toegezonden, al dan niet door publicatie op de website.
Artikel 36 Bijeenroeping
1. De Algemene Vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur.
2. De leden worden, behoudens in het geval bedoeld in het vierde
lid, ten minste vier weken tevoren opgeroepen door toezending van
een agenda.
3. De agenda vermeldt plaats, datum en aanvangstijdstip van de vergadering,
alsmede de te behandelen agendapunten.
4. Indien ingevolge artikel 37, vierde lid, op verzoek van een aantal
leden een Algemene Vergadering moet worden gehouden, is het bestuur
verplicht die vergadering uit te schrijven binnen twee weken na
ontvangst van het verzoek en op een termijn van niet langer dan
zes weken na indiening van het verzoek. Indien hieraan geen gevolg
wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan,
hetzij overeenkomstig het tweede lid van dit artikel, hetzij door
middel van een advertentie in ten minste een landelijk veel gelezen
dagblad.
Artikel 37 Toegang en stemrecht
1. Alle leden, met uitzondering van geschorste leden, behoudens
het bepaalde in artikel 15, vijfde lid, artikel 16, derde lid en
artikel 17, hebben toegang tot de Algemene Vergadering en stemrecht.
Geschorste leden hebben geen stemrecht. Indien de voorzitter buiten
de leden is benoemd, heeft deze wel toegang tot de Algemene Vergadering,
maar geen stemrecht.
2. Over toelating van andere dan de in het eerste lid bedoelde personen
beslist het bestuur.
3. Een lid kan niet iemand anders machtigen, het stemrecht namens
hem uit te oefenen.
4. leder stemgerechtigd lid kan ter vergadering het woord voeren,
voorstellen doen en amendementen indienen, behoudens de beperkingen
die bij huishoudelijk reglement aan de uitoefening van deze rechten
worden gesteld.
Artikel 38 Voorzitterschap en notulering
1. De Algemene Vergaderingen worden geleid door de voorzitter of
zijn plaatsvervanger. Is de voorzitter afwezig en heeft het bestuur
niet in zijn vervanging voorzien, dan voorziet de vergadering zelf
in het voorzitterschap.
2. Van het verhandelde in een Algemene Vergadering wordt door de
secretaris of zijn plaatsvervanger beknopte notulen opgemaakt. Is
de secretaris afwezig en heeft het bestuur niet in zijn vervanging
voorzien, dan wijst de voorzitter een notulist aan. De notulen worden
door de voorzitter en de notulist vastgesteld en ondertekend. Bij
een verschil van inzicht over de inhoud van de notulen tussen de
voorzitter en de notulist worden de notulen door het bestuur vastgesteld.
3. Bij toepassing van artikel 38, vierde lid laatste volzin, kunnen
de verzoekers anderen dan bestuursleden belasten met de leiding
der vergadering en het opstellen der notulen.
4. De vastgestelde notulen worden, door publicatie op de website,
zo spoedig mogelijk ter kennis van de leden gebracht.
Artikel 39 Besluitvorming
1. Voorzover de wet of de statuten niet anders bepalen, worden alle
besluiten van de Algemene Vergadering genomen met volstrekte meerderheid
van de uitgebrachte stemmen.
2. Blanco en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht,
maar tellen wel mee voor het quorum.
3. Alle stemmingen over de aanwijzing of benoeming van personen
geschieden schriftelijk. Alle overige stemmingen geschieden mondeling,
tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of
ten minste vijf stemgerechtigde leden dat vóór de stemming verlangen.
Een schriftelijke stemming geschiedt met ongetekende briefjes.
4. Indien niemand hoofdelijke stemming verlangt wordt het besluit
bij acclamatie genomen.
5. Indien mondelinge stemming moet plaatsvinden, dan kan de voorzitter
besluiten tot stemming bij handopsteken, tenzij een der stemgerechtigde
leden stemming bij hoofdelijke oproeping verlangt. Ook kan de voorzitter
alsnog tot stemming bij hoofdelijke oproeping besluiten, indien
hij bij de stemming bij handopsteken de uitslag der stemming niet
kan vaststellen.
6. Indien schriftelijke stemmingen over verschillende aanwijzingen,
benoemingen of zaken moeten plaatsvinden, dan kunnen deze stemmingen
gecombineerd worden mits de stembriefjes zodanig zijn ingericht,
dat verwarring redelijkerwijs niet mogelijk is. Evenwel moeten afzonderlijke
stemmingen worden gehouden indien ten minste vijf stemgerechtigde
leden dat verlangen.
7. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende de benoeming
of aanwijzing van personen, dan is het voorstel verworpen.
Artikel 40 Stemmingen over personen
1. Indien bij een aanwijzing of benoeming van een persoon niemand
de volstrekte meerderheid heeft gekregen, dan heeft een tweede stemming
plaats, tenzij tussen twee personen is gestemd.
2. Heeft dan wederom niemand de volstrekte meerderheid verkregen,
dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij een persoon de volstrekte
meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd
en de stemmen staken.
3. Bij de in het tweede lid bedoelde herstemmingen wordt telkens
gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming kon
worden gestemd, met uitzondering van de persoon op wie bij die voorafgaande
stemming de minste stemmen zijn uitgebracht. Zijn bij die stemming
de minste stemmen op meer dan een persoon uitgebracht, dan wordt
door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de volgende stemming
geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht.
4. Indien bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken,
dan beslist het lot wie van beiden is aangewezen of benoemd.
Artikel 41 Vaststelling besluitvorming
1. Het in de Algemene Vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter
over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt
voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd
over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste
lid bedoelde oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist,
dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der
vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk
of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigd lid dit verlangt.
Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke
stemming.
Artikel 42 Reglementen
1. De Algemene Vergadering kan een huishoudelijk reglement en andere
reglementen vaststellen, waarvan de bepalingen niet in strijd mogen
zijn met en niet mogen afwijken van de wet, ook waar die geen dwingend
recht bevat, of van deze statuten. 2. Indien de reglementen van
de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland verlangen
dat een huishoudelijk reglement of een ander reglement aan de goedkeuring
van de Raad van Beheer wordt onderworpen, dan treedt het niet in
werking alvorens die goedkeuring is verkregen. Hetzelfde geldt voor
wijziging van dat reglement.
3. De Algemene Vergadering kan een reglement te allen tijde wijzigen,
mits aan de in statuten en huishoudelijk reglement gestelde eisen
voor de besluitvorming en de voorbereiding daarvan is voldaan. Ook
de Algemene Vergadering kan echter geen besluiten nemen in strijd
met een reglement.
Artikel 43 Geschillencommissie
1. Het bestuur kan een geschillencommissie benoemen, bestaande uit
een voorzitter en twee leden, die geen lid van het bestuur zijn
en als onpartijdig en onkreukbaar bekend staan. De voorzitter dient
zo mogelijk daarenboven de hoedanigheid van meester in de rechten
te bezitten.
2. Een benoeming als bedoeld in het eerste lid is pas van kracht,
nadat deze door de Algemene Vergadering is bekrachtigd bij een met
een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen
genomen besluit.
3. De leden van de geschillencommissie treden na drie jaar af. Zij
kunnen terstond worden herbenoemd. Het lidmaatschap van de commissie
eindigt voorts door overlijden of bedanken. De leden kunnen niet
worden ontslagen. Het einde van het lidmaatschap van de vereniging
heeft niet het einde van het lidmaatschap van de commissie tot gevolg.
4. De geschillencommissie is op schriftelijk verzoek van de meest
gerede partij bevoegd kennis te nemen van alle geschillen tussen
het bestuur en een of meer bestuursleden en tussen bestuursleden
en/of leden onderling, indien door het voortbestaan van een dergelijk
geschil de sfeer binnen de vereniging is verstoord of dreigt te
worden verstoord, dan wel de goede gang van zaken binnen de vereniging
anderszins wordt geschaad of dreigt te worden geschaad.
5. De Algemene Vergadering kan besluiten, dat de geschillencommissie
voor de behandeling van toekomstige beroepen tegen een weigering
van toelating als bedoeld in artikel 11, tegen een opzegging van
het lidmaatschap als bedoeld in artikel 15, tegen een ontzetting
uit het lidmaatschap als bedoeld in artikel 16 en tegen een schorsing
als bedoeld in artikel 17, voor de Algemene Vergadering in de plaats
treedt. De Algemene Vergadering kan een dergelijk besluit voor toekomstige
beroepen ook weer intrekken.
6. De geschillencommissie doet in het geschil uitspraak na behoorlijk
onderzoek en oproeping, althans schriftelijke raadpleging, van alle
betrokkenen. Zij bepaalt verder zelf de loop van de procedure. De
leden van de vereniging verstrekken aan de commissie alle door haar
verlangde inlichtingen. De commissie kan op kosten van de vereniging
deskundigen raadplegen, indien zij daaraan behoefte heeft.
7. De schriftelijke uitspraak van de commissie wordt onverwijld
aan het bestuur en aan alle betrokkenen toegezonden. Het bestuur
en alle betrokkenen zijn verplicht naar de uitspraken van de commissie
te handelen.
Artikel 44 Aansprakelijkheid
De vereniging is tegenover haar leden niet aansprakelijk voor enige
schade, ontstaan tijdens vanwege de vereniging georganiseerde bijeenkomsten,
cursussen of evenementen, van welke aard ook, en evenmin voor enige
schade ten gevolge van door de vereniging verleende adviezen of
door welke andere oorzaak dan ook.
Artikel 45 Statutenwijziging
1. Deze statuten kunnen, onverminderd het bepaalde in de volgende
leden, slechts worden gewijzigd bij een met ten minste twee/derde
van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Algemene Vergadering.
2. Een afschrift van het voorstel tot statutenwijziging, waarin
de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, wordt ten minste
vijf dagen voor de vergadering door hen die de oproeping tot de
vergadering hebben gedaan, op een daartoe geschikte plaats voor
de leden ter inzage worden gelegd tot na afloop van de dag waarop
de vergadering wordt gehouden. De leden worden van deze ter-inzage-legging
op de hoogte gesteld.
3. Voorts wordt het voorstel tot statutenwijziging hetzij tegelijk
met de in artikel 38 bedoelde agenda aan alle leden toegezonden,
al dan niet door publicatie op de website, hetzij toegezonden aan
alle leden die daarom verzoeken. In het laatste geval worden de
leden van de mogelijkheid daartoe in kennis gesteld.
4. Amendementen op het voorstel tot statutenwijziging moeten uiterlijk
zes weken voor de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden
ingediend. Indien het voorstel tot statutenwijziging aan alle leden
is toegezonden, worden ook de ingediende amendementen zo spoedig
mogelijk na het verstrijken van de indieningtermijn aan alle leden
toegezonden. Indien het voorstel tot statutenwijziging alleen is
toegezonden aan de leden die daarom hebben verzocht, dan worden
ook de ingediende amendementen alleen aan deze leden toegezonden.
5. Een wijziging van de statuten treedt niet in werking dan nadat
deze door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland
is goedgekeurd en van de wijziging een notariële akte is opgemaakt.
Artikel 46 Omzetten, Fuseren en Ontbinding
1. De vereniging kan slechts worden omgezet, gefuseerd of ontbonden
door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen
besluit van de Algemene Vergadering, waarin ten minste twee/derde
van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Indien niet twee/derde
van de stemgerechtigde leden aanwezig is, dan wordt binnen zes weken
een tweede Algemene Vergadering gehouden over het voorstel zoals
dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest. In die vergadering
kan ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden worden besloten,
mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte
stemmen.
2. Artikel 45, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Tegelijk met een besluit tot ontbinding wijst de Algemene Vergadering
een andere kynologische vereniging aan, waaraan een eventueel batig
saldo na vereffening zal toevallen. Ook kan de Algemene Vergadering
een of meer anderen dan het bestuur met de vereffening belasten.
Artikel 47
Aan deze statuten is gekoppeld, een fokreglement en een huishoudelijk
reglement, dat door bestuur kan worden aangepast op gelijke wijze
als het wijzigen der statuten.
|